Skip to main content

Geschiedenis Cambodja

De geschiedenis van Cambodja is er eentje met een hele zwarte rand. De meeste mensen kennen de geschiedenis van Cambodja niet zo goed als die van zijn buurland Vietnam, maar Cambodja heeft zelf ook een bijzondere geschiedenis. Van het wonderbaarlijke Angkor tijdperk tot de gruwelheden van Pol Pot.

Cambodjaanse koninkrijk

Tussen de 1ste en 8e eeuw ontstond het eerste koninkrijk in Cambodja. Het meeste bekende koninkrijk was het Funan in de 3deeeuw. Cambodja stond in die tijd vooral bekend om zijn gunstige handelsroute tussen India en China. Deze landen hebben dan ook veel invloed gehad op het land, en vooral de invloed van India is nog steeds te zien. De taal van Cambodja (Khmer of Cambodjaans) lijkt veel op het Sanskriet van India. Daarnaast heeft India ook de religie en cultuur van Cambodja vormgegeven.

Het Khmer tijdperk

Het Khmer-tijdperk wordt door de Cambodjanen als een van de mooiste tijdperken van Cambodja gezien. Bijzondere tempels komen uit dit tijdperk zoals het Angkor. Het begon in de 9de eeuw toen Khmer-prins Jayavarman terug ging naar het toen Chenla koninkrijk ging en zichzelf tot ‘Devaraja’ (goddelijk) benoemde. De toen goddelijke koning Jayavarman II werd een van de machtigste rijken in Azië. Hij noemde het Kambujadesa, wat later Cambodja is geworden.

Het rijk stond bekend om zijn mooie religieuze bouwwerken. Hierin werd zoveel geld gestopt dat er niets over was voor militaire en extra religieuze factoren. Door de bouw van de velen tempels waren er te weinig boeren om op het land te werken, dit leidde tot hongersnood in het land.

Koning Sihanouk

Franse kolonie

Toen het Khmer rijk uiteenviel in 1432 was er een periode waar er niet veel gebeurde. Er was een oorlog met Thailand en Vietnam, waar er om Cambodja gevochten werd. Uiteindelijk kwamen de Fransen in 1863 en zij koloniseerden Cambodja. Ze beschermden de grenzen van het land met als gevolg dat de Thai en de Vietnamezen het land verlieten. Pas na de 3de wereldoorlog in 1945 werd Cambodja onafhankelijk van Frankrijk en kwam Koning Sihanouk aan de macht

Koning Sihanouk

In 1955 nam Koning Sihanouk de beslissing om af te treden als koning. Hij deed dit, zodat hij een politieke partij kon maken. De socialistische volksbeweging (Sangkum Reastr Niyum) werd opgericht. Deze partij was zeer populair en had tot 1966 alle zetels in het parlement. De verkiezingen verliepen niet eerlijk, maar door de populariteit van de partij, vonden de Cambodjanen dit niet erg.

Sihanouk wilde altijd neutraal blijven als het buitenlandse politiek betrof, maar Cambodja werd uiteindelijk in de Vietnamoorlog meegesleurd. Noord-Vietnam gebruikte een route door Cambodja om bij Zuid-Vietnam te komen en daar de troepen van Noord-Vietnam te bevoorraden. Dit gaf reden genoeg voor de Verenigde Staten om deze handelsroute te bombarderen. Dit was volgens de Verenigde Statengeen aanval op Cambodja, maar de half miljoen bommen veroorzaakten veel schade en kosten honderdduizenden Cambodjanen het leven. Door deze aanval kreeg Sihanouk het heel moeilijk in de politiek en keerde de bevolking tegen hem. Hierdoor pleegde premier Lon Nol in 1970 een staatsgreep en maakte hij van Cambodja in 1970 een republiek. Uiteindelijk werd Lon Nol in 1972 staatshoofd.

Rode Khmer

De Rode Khmer kwam gelijk in verzet toen Lon Nol was aangetreden en werd in al hun protest en guerrillastrijd gesteund door Noord-Vietnam, terwijl Lon Nol werd gesteund door Zuid-Vietnam en de Verenigde Staten. Uiteindelijk won de Rode Khmer het gevecht en trok Amerika zich terug. In 1975 vielen ze Phnom Penh binnen en erkenden ze Sihanouk weer als staatshoofd. Een jaar later trad Sihanouk af vanwege de corruptie die in het land speelde. Hij werd opgevolgd door Khieu Samphan met als premier Pol Pot.

De Rode Khmer bestond uit drie verschillende stromingen maar Pol Pot wist al na één jaar de andere twee uit te schakelen zodat alleen zijn radicale groep overbleef.

Pol Pot Cambodja

Pol Pot is geboren in 1925 in een dorpje ten noorden van Phnom Penh. Pol Pot, die eigenlijk Saloth Sar heette was een zachtaardige en gevoelige jongen. Ook bij zijn vrienden stond hij bekend als vriendelijk en grappig, die geen vlieg kwaad deed en middelmatig scoorde op school. Er was één omstandigheid waarmee Saloth Sar zich onderscheidde van de arme rijstboeren in het dorp waar hij woonde: zijn familie was rijk en onderhield contacten met het koningshuis.

Dankzij deze goede connecties ging Saloth Sar in 1935, toen hij 10 jaar oud was, naar het vooraanstaande Franse gymnasium Ecole Miche, in Phnom Penh. Hij zakte voor al zijn examens en ook in zijn hobby’s als vioolspelen en acteren was hij niet succesvol.

Ondanks zijn magere prestaties lukte het hem in 1949 om een studiebeurs in Parijs te krijgen. Een unieke kans die slechts voor enkelen was weggelegd. Zijn verblijf in Frankrijk had niet alleen voor hem gevolgen, maar waren voor heel Cambodja van cruciaal belang.

Interesse voor politiek

Thuis had Saloth nooit interesse in politiek, maar als student in Frankrijk kreeg hij oog voor het onrecht in de wereld. Veel studenten waren bewonderaars van de Sovjetleider Stalin en Saloth Sar nam deel aan studentenbijeenkomsten waarop de toekomst van Cambodja op de agenda stond. Hij wilde Cambodja losweken van de Franse koloniale overheersing en hij was bezig om invulling te geven wie de macht moest overnemen.

In 1952 werd Saloth lid van de Franse Communistische partij. Later dat jaar reisde hij terug naar Cambodja, zonder diploma’s maar met een nieuw politiek bewustzijn en de droom om een onafhankelijk Cambodja te stichten.

Toen hij terug kwam, schrok hij. Hij was drie jaar weggeweest uit Cambodja en het land was in een oorlog gewikkeld tegen Frankrijk om de Franse overheersing ongedaan te maken. Deze overheersing was geleidelijk uitgegroeid tot een bloedige burgeroorlog. Het leger patrouilleerde overal in Phnom Penh en de armoede was heel duidelijk zichtbaar.

In 1953 werd Cambodja onafhankelijk van Frankrijk, dat op dat moment in oorlog was met Vietnam. Tijdens de jaren 1960 escaleerde de oorlog in buurland Vietnam en werd Cambodja meegesleurd in het conflict.

Kort na zijn terugkeer uit Frankrijk werd Saloth lid van de communistische partij van Indochina. Deze partij was illegaal en moest zijn activiteiten in het geheim uitvoeren. Hierdoor ging Saloth een dubbelleven leiden.

Hij smeedde plannen voor een gewapende revolutie en gebruikte diverse schuilnamen, waaronder de naam Pol Pot. Tegelijk was hij als leraar werkzaam op een Franse privéschool, waar hij de vakken Frans, geschiedenis en aardrijkskunde gaf.

De leerlingen waren erg gesteld op hun knappe en bereisde leraar, keurig gekleed en kon zeer verhalend vertellen. Hij was zachtmoedig en lachte veel, in tegenstelling tot zijn vrouw Khieu Ponnary, die veel strenger was. Zijn vrouw was lerares. Op school liet Saloth Sar nooit iets blijken van zijn politieke sympathieën, hier gedroeg hij zich ingetogen en charismatisch.

In 1963 werd Saloth Sar verkozen tot secretaris-generaal van de communistische partij, die hij drie jaar daarvoor mede had opgericht in een schuurtje bij het station in Phnom Penh.

In de periode dat Saloth Sar het voorzitterschap van de partij overnam, ging koning Sihanouk de communisten in het land vervolgen. De ene arrestatie volgde op de andere, veel communisten werden terechtgesteld, en veel communisten vluchten ondergronds. Ook Saloth Sar vluchtte het oerwoud in, hier hield hij zich zeven jaar verscholen en vanuit hier probeerde hij koning Sihanouk van de troon te stoten.

Maar generaal Lon Nol, de premier, was hem voor en pleegde in maart 1970 een geweldloze staatsgreep.

Burgeroorlog Cambodja

Terwijl Sihanouk er alles aan deed om de neutraliteit van Cambodja te waarborgen, sloeg Lon Nol een nieuwe weg in. In ruil voor hulp mochten de Verenigde Staten voortaan bases in Cambodja gebruiken om Vietnam aan te vallen.

Er brak een burgeroorlog uit die vijf jaar duurde. Sihanouk, die de communisten op leven en dood had bestreden, en Saloth Sar bleken nu één gemeenschappelijke vijand te hebben: Lon Nol en zijn regime. Met de leus ‘Wij strijden om Sihanouk de macht terug te geven’ begon Saloth Sar met zijn nieuwe guerrillabeweging de Rode Khmer een gewapende strijd tegen het militaire regime.

De bevolking steunde Saloth Sar, zeker toen het platteland door Amerikaanse B-52’s werd gebombardeerd. De vliegtuigen hadden tot doel de aanvoerlijnen van het Vietnamese bevrijdingsleger Vietcong, die via Cambodja van Noord- naar Zuid-Vietnam liepen, te verbreken. De slachtoffers waren voornamelijk onschuldige Cambodjaanse boeren, die er niets mee te maken hadden en hun gezinnen en woningen verloren bij de verwoestende bombardementen.

‘Broeder nummer één’, zoals Saloth Sar door zijn medestrijders genoemd werd, had zich geen vruchtbaarder bodem kunnen wensen voor de revolutie die hij voorbereidde. De boerenbevolking was bereid iedereen te steunen, als de situatie maar zou veranderen. Ze gaven de Rode Khmer voldoende voedsel en de Rode Khmer kreeg met hulp van de Noord Vietnamese bondgenoten steeds meer macht in Cambodja.

Overwinning Rode Khmer

Na hevige gevechten bij de hoofdstad kwam de guerrillabeweging als overwinnaar uit de strijd: Lon Nol vluchtte met zijn aanhangers uit het verwoeste Phnom Penh en op 17 april 1975 werd een nieuw tijdperk ingeluid.

Geen bombardementen, geen granaten en geen machinegeweren meer. Het was ongewoon stil en rustig in de hoofdstad. Toen de guerrillastrijders in de ochtend de stad in kwamen, werden ze enthousiast onthaald door de lokale bevolking. De inwoners van Phnom Penh onthaalden de rebellen als lang verwachte vrijheidshelden, niet wetend dat het brein achter de machtsovername een sociaal experiment met hen wilde uitvoeren. Het duurde niet lang, op deze ongewoon warme dag in april, of de bevolking van Phnom Penh kreeg alvast een naar voorproefje van het leed dat haar te wachten stond.

Tijdens zijn ballingschap in de jungle had Saloth Sar grootste plannen gesmeed voor de toekomst van Cambodja. De revolutie zou een nieuw tijdperk inluiden. 1975 werd het jaar nul en van de ene op de andere werd de naam Cambodja veranderd in Democratisch Kampuchea en was er geen onderscheid meer in rangen en standen bij de bevolking. Geld werd afgeschaft en religie werd verboden. Iedereen was gelijk, moest dezelfde kleding dragen en als broeders en zusters voor dezelfde zaak werken.

Saloth Sar was op de grote dag zelf niet in Phnom Penh aanwezig, maar gaf wel enkele uren na de machtsovername orders om de twee miljoen inwoners uit de hoofdstad te verdrijven.

Cambodja als landbouwstaat

Iedereen moest zijn huis uit, de straat op, zieken en stervenden werden uit de ziekenhuizen gehaald, en in deze complete chaos werden de naar leefgemeenschappen gebracht om rijst te verbouwen. De Rode Khmer wilde een agrarische staat maken van Cambodja.

In het tumult werden gezinnen gescheiden, en zwakken en ouderen vermoord. Tijdens de lange tocht naar de rijstvelden in de daaropvolgende dagen overleden nog eens 10.000 mensen. Dit patroon herhaalde zich door het hele land, en nog geen week later waren alle steden uitgestorven.

Bij de controleposten langs de wegen werd de inwoners om hun achtergrond gevraagd. De goed opgeleiden en intellectuelen werden ingezet voor de wederopbouw van de natie. Iedereen die hier aan voldeed, was eigenlijk ten dode opgeschreven. Saloth Sar vreesde weerstand van de elite, en daarom maakte de Rode Khmer korte metten met hen: ze werden geëxecuteerd.

Op 23 april 1975 keerde Saloth Sar terug naar de lege stad Phnom Penh. Al wandelend door de verlaten straten proefde hij de zoete smaak van de overwinning. Hij had het imperialisme de nek omgedraaid en de soldaten uit de Verenigde Staten verdreven. Voor het eerst in ruim 20 jaar had hij geen vijanden, en met de overwinning op zak was de weg vrij voor zijn ideale maatschappij.

Om het nieuwe tijdperk te markeren zette Saloth Sar een punt achter zijn verleden. Hij verbrak de banden met zijn familie en noemde zichzelf Pol Pot.

Na ruim een jaar van hard werken presenteerde hij aan de partijleiding van de Communistische Partij in augustus 1976 een vierjarenplan. Kernbegrippen waren opbouw en verdediging. Wat betreft de opbouw moest het hele land één groot rijstveld worden, en de inkomsten van het exportoverschot van de oogst zouden worden gebruikt voor de bouw van fabrieken die zich op gebruiksvoorwerpen zouden toeleggen: meubels, schoenen, textiel en zeep.

Hongersnood Cambodja

Het motto van Pol Pot was: ‘Zolang we rijst hebben, hebben we alles’. Naast de rijstproductie hamerde Pol Pot op een goede verdediging van het land. Vijanden moesten worden gedood.

Uit vrees voor een aanslag ging Pol Pot ondergronds wonen. Hij was voor alles en iedereen op zijn hoede en liet zich altijd omringen door lijfwachten. Hij verscheen ook nooit in het openbaar en stuurde altijd een van zijn ministers om hem te vertegenwoordigen. Buiten de partijtop waren er weinig mensen die wisten wie de macht in handen had. Zelfs de broers en zussen van Pol Pot hadden geen idee dat hun broer het land leidde.

Het doel dat Pol Pot met zijn land voor ogen had, bleek al snel niet uitvoerbaar. Zijn berekeningen om minimaal drie ton rijst te produceren per hectare was niet haalbaar. De bevolking zwoegde 16 uur per dag op het land, maar het lukte hen niet om voldoende rijst te verbouwen. Vóór de revolutie had de rijstoogst in Cambodja een ton per hectare opgeleverd. Het drie­voudige was echt onmogelijk.

De Cambodjanen beschikten over onvoldoende kunstmest en landbouwmachines, en bovendien kwamen velen uit de stad en wisten nauwelijks iets van landbouw en rijstoogsten. Er was niet voldoende rijst, en al in het najaar van 1975 leed de bevolking honger. Men moest van een halve kom rijst leven maar zelfs met zo weinig rijst slonk het rantsoen snel en op den duur hadden ze slechts een bodempje rijst per dag om te eten.

In het hele land was hongersnood, maar dat interesseerde Pol Pot niet. Zijn doel was geld te verdienen aan export van rijst, ondanks dat zijn landgenoten massaal bezweken aan de honger, ziekte of uitputting, werd de helft van de oogst gebruikt voor de export.

Naarmate de hongersnood steeds erger werd, kreeg Pol Pot steeds minder steun van de bevolking en de situatie werd er niet beter op toen Pol Pot zich ging bemoeien met hun geloof. De Cambodjanen waren al duizenden jaren gelovige boeddhisten, maar nu werd hun geloof als een rivaliserende ideologie beschouwd.

Pagodes, tempels en kloosters werden verwoest of ingericht als martelgevangenissen. Slechts enkele van de ca. 50.000 monniken konden hieruit veilig ontsnappen.

Persoonlijke bezittingen waren er nauwelijks meer. Alles, van pannen en kippen tot vee en ploegen, werd afgepakt, want niemand mocht meer bezitten dan een ander. Het enige wat de Cambodjanen wel mochten hebben was een zwart pak, een zakdoek, een kom en een lepel, die ze konden gebruiken tijdens voor de gezamenlijke maaltijd, maar ook dit werd ze afgenomen en vanaf 1975 moesten mannen, vrouwen en kinderen apart van elkaar eten in bewaakte eetzalen.

De intellectuelen van Cambodja

In een poging om politieke tegenstanders van het Lon Nol-regime uit te roeien, doodde de Rode Khmer vanaf september 1975 ongeveer 200.000 voormalige soldaten, agenten en ambtenaren. Pol Pot dacht dat, ondanks alle zuiveringen, de vijand overal was en hij wees de verraders aan als veroorzakers van de crisis.

De veiligheidsdienst Santebal had zijn handen vol, maar met de orders van Pol Pot groeide de werkdruk naar nieuwe hoogten. Volgens het devies dat je beter 10 onschuldigen kon doden dan één schuldige kon laten gaan, startte Santebal de klopjacht op mogelijke vijanden.

Daar waren er genoeg van: mensen met een bril werden als intellectueel bestempeld en moesten om die reden ter dood gebracht worden. Dat gold ook voor buitenlanders en Cambodjanen met een buitenlandse partner, die ervan verdacht werden geheim agent te zijn. In 1978 werden er in het oosten van het land ongeveer 400.000 mensen afgeslacht, omdat ze, in de woorden van Pol Pot, ‘een Khmerlichaam hadden met een Vietnamese geest’.

Ook in de partijtop vloeide bloed. Tijdens martelingen werden ministers en districtsleiders gedwongen allerlei zonden toe te geven. Hier stond de doodstraf op. Ze namen hun hele familie mee de dood in: hun vrouw, kinderen, ouders – iedereen. Plus de mensen wier namen ze tijdens martelingen uit wanhoop hadden gemompeld.

Slechts weinig personen kregen de kogel, want die methode was te duur. Liever werd het achterhoofd met een ijzeren staaf bewerkt of de buik opengereten. Baby’s werden soms de lucht in gegooid en op een bajonet gespietst.

Massagraven in het hele land puilden uit van de lijken, maar de zuiveringen hadden nog steeds niet het gewenste resultaat opgeleverd. Het regime zat tot de nek toe in de problemen, het volk verhongerde en Pol Pot zag nog altijd overal verraders en saboteurs.

Voor zijn eigen veiligheid sloot Pol Pot zich op in een van zijn zwaar beveiligde residenties in en rond Phnom Penh.

Hier liet hij zich omringen door bedienden die hun leven nooit zeker waren. Als Pol Pot buikpijn had, dacht hij dat hij werd vergiftigd en werd de kok omgebracht. Als de stroom uitviel of de watervoorziening haperde, moesten de opzichters deze gebreken met hun leven bekopen.

Einde nachtmerrie Cambodja

De nachtmerrie eindigde pas eind 1978 toen er hulp van buitenaf kwam. Nadat de Rode Khmer talloze keren Vietnamese dorpen langs de grens had aangevallen en de bevolking had uitgemoord, kwam Vietnam in actie. In december 1978 stuurde het land een groot invasieleger naar Cambodja. De Vietnamezen verwachtten veel tegenstand, maar troffen een door honger, ziekte en uitputting verzwakt volk aan.

Het sterke Vietnamese leger verjoeg de Rode Khmer en in januari 1979 nam het de spookstad Phnom Penh over. Ze troffen een stad aan die helemaal leeg was en in dezelfde staat was als drie en half jaar daarvoor toen het onverwachts binnen een dag was “ontruimd”.

Cambodja killingfields

De wereld nam kennis met de gruwelijkheden van Cambodja. Uit massa­graven staken armen en benen, in gevangenissen werden martelinstrumenten en verminkte lichamen aangetroffen en de Cambodjanen vertelden gruwelverhalen over hongersnood, mishandeling en politieke terreur.

weg naar het huis van Pol Pot in de jungle

Pol Pot was van de aardbodem verdwenen. Met een helikopter was hij op 7 januari 1979 naar Thailand vertrokken. De Rode Khmer voerde de 10 jaar die hierna volgden een strijd om Cambodja ter heroveren en de nieuwe regering af te zetten. Pol Pot hield zich schuil in een kamp op de grens met Thailand. Hier was hij weer de charmante leraar die les gaf in politiek en maatschappij. Hij stond hier bekend als opa 87, een lieve en warme opa. Niemand die wist dat hij verantwoordelijk was voor alle gruwelheden van de jaren daarvoor.

In 1979 scheidde Pol Pot van zijn vrouw Khieu Ponnary en in 1985 trouwede hij met de 30 jaar jongere Mea Son. In 1986 werd Sitha geboren, de dochter van Pol Pot. Ze leidden een rustig en afgezonderd leven in de jungle. Ze heet tegenwoordig Sar Patchata.

Pol Pot Paranoide

In 1990 kreeg de Rode Khmer te maken met dissidenten en interne verdeeldheid binnen de partij. Pol Pot werd helemaal paranoïde en ging door het lint. Hij was er van overtuigd dat iedereen tegen hem was. Hij stuurde lijfwachten af op het vermoedelijke brein achter de coup en ga opdracht de voormalige minister van Defensie en zijn familie te doden. Ze werden dood geschoten en met een vrachtwagen overreden.

Na deze barbaarse moordpartij vreesde Ta Mok, op dat moment de hoogste militaire leider van de Rode Khmer, dat hij nu aan de beurt was. Hij gaf opdracht aan het leger om Pol Pot te arresteren. Dat lukte na drie dagen. Ze troffen een volledig uitgeputte Pol Pot aan, meer dood dan levend.

Pol Pot dood

Hierna volgde het proces tegen Pol Pot, dat van start ging op 25 juli 1997. Hij werd tot levenslang huisarrest veroordeeld voor moord en verraad tegen de Rode Khmer.

Bij een showproces werd de zichtbaar verzwakte Pol Pot op 25 juli 1997 tot levenslang huisarrest veroordeeld voor de moord op Son Sen en zijn familie en verraad tegen de Rode Khmer.

Op 23 oktober 1997, tijdens zijn huisarrest, gaf Pol Pot een uitzonderlijk interview aan de Amerikaanse tv-journalist Nate Thayer. In dit interview gaf hij aan dat hij fouten had gemaakt, dat hij een revolutie wilde voeren maar geen mensen wilde doden. Hij vond zichzelf geen wrede man.

Op 15 april 1998 overleed Pol Pot. Een officiële doodsoorzaak is nooit gegeven, en nooit gevonden, na zijn overlijden is hij meteen gecremeerd. Er zijn wel heel veel speculaties over dat hij mogelijk vergiftigd zou kunnen zijn. Helaas is het uitleveren aan het internationale gerechtshof nooit gelukt. In de TUOL Sleng gevangenis en bij de Killing Fields in Phnom Penh wordt deze hele geschiedenis tijdens een audiotour (in het Nederlands) verteld. Een gruwelijk verleden.

Cambodja vandaag

Hedendaags wordt Cambodja geleid door minister Hun Sen van de Cambodian People’s Party (CPP). Veel bezienswaardigheden, plaatsen en monumenten herinneren nog aan deze vreselijke periode. Het is nog niet weg te denken uit het land, maar het land heeft een mooie comeback gemaakt voor toeristen. Je kunt mooie rondreizen maken, heerlijk eten, genieten van waanzinnig mooie stranden en natuur, een hele lieve en hartelijke bevolking die je met open armen ontvangt.